
Elk racestuur is hetzelfde
Enige tijd geleden hadden we het over het nut en de meerwaarde van een opzetstuur, de ligbeugel voor een aerodynamischer triathlonhouding. Maar het verhaal over sturen begint natuurlijk bij het stuur zelf. Laten we beginnen met het racestuur.
Andere tijden
Kortgeleden reed ik op een stalen racefiets en realiseerde me dat de vorm van de karakteristieke beugel op het oog identiek is maar toch aardig veranderd is door de tijd. De buis was dunner en overal hetzelfde. Ook liep de curve meer naar beneden richting de remgrepen.
Als je alle moderne racesturen naast elkaar zet, zie je allerlei vormen. En die maken een behoorlijk verschil. In comfort, rijgedrag en ‘looks’. Net als bij veel fietsonderdelen is het niet per se beter dan het ander maar het moet bij jou, je fiets en je rijstijl passen. We geven je de criteria waar je aan zou kunnen denken bij jouw ideale stuur.
Welk materiaal?
Het gebruikte materiaal is simpel: er is aluminium en er is carbon. De laatste is lichter, stijver en heeft als eigenschap dat je meer organische vormen kan maken. Voor de rest geeft voor velen vooral de prijs de doorslag, zeker als je wat minder fijngevoelig bent voor de kwaliteitsverschillen.
Dan is er de breedte, altijd aangeduid in millimeters en gemeten van het hart van de buis tot het andere hart (van het midden van je ene stuureinddop naar het midden van de andere dus). Je keuze hangt af van je schouderbreedte, dames komen veelal uit op 400 of zelfs 380mm, mannen eerder richting de 440mm.
Drop en reach, wat is dat?
Misschien wel de belangrijkste eigenschappen zijn de ‘drop’ en de ‘reach’. Dit betekent zoveel als de hoogte van de beugel en de omtrek ervan, ook aangeduid in mm en hart-hart. Dus: je hebt het horizontale deel wat aan je stuurpen zit, die buigt aan beide zijden naar voren tot de remgrepen en daarna naar beneden tot de uiteinden. Een grote drop betekent dat je dieper onderin de beugel zit (aerodynamischer, lager gewichtspunt). Een grotere reach betekent dat je verder moet reiken naar je verstellers. De reach plus de stuurpen bepalen samen hoever je uitkomt boven je voorwiel, let op dat dat samen goed is want dat bepaalt natuurlijk ook je zit op de fiets. De remgrepen bevinden zich globaal boven de vooras. Heb je een compact stuur, dus met een wat krappe bocht er in, dan moet je uitvinden of je dat prettig vindt. Het kan zijn dat je polsen klem komen te zitten tegen de bovenkant als je je armen strekt onderin de beugel, zoals bij een sprint. Let op dat je in elke houding prettig bij de remmen kunt komen.
Montage
Ongeacht de vorm van je stuurbocht is bij montage de richtlijn dat je stuur zo lang mogelijk vlak is: je bovengreep, je knik naar voren en je remgrepen zitten op dezelfde hoogte. Als het goed is, staan de stuureinddoppen dan ook mooi verticaal. Omhoog leunt niet lekker, omlaag kost je je handgewrichten.
Hoe zit dat met een mtb-stuur?
Fietstype
In navolging van de vele typen fietsen die er zijn, komen er voortdurend nieuwe stuurvarianten op de markt. Voor gravelbikes (en strandracefietsen) bijvoorbeeld zijn er sturen met beugels die onder de remgrepen naar buiten toe lopen waardoor de polspositie meer op een MTB-stuur lijkt. De stuurbochten zijn ook lang niet altijd gelijkmatig, sommige maken na de remgrepen een scherpe knik en lopen schuin naar beneden af. En aero-sturen kennen veelal een soort vleugelprofiel bovenop in plaats van een rechte, ronde buis. Dat komt de rijeigenschappen ten goede maar misschien vind je de bovengreep daarmee niet altijd even fijn. Let bijvoorbeeld goed op of je je stuurlint nog kan wikkelen zoals jij wenst. En wil je een opzetstuur monteren dan is een vleugelvorm sowieso onhandig en vaak niet mogelijk.
Door: Andre Ruitenbeek
Ook interessant



Flite Boost Pro Team Kit Carbonio Superflow: Het prozadel waar iedere wielerliefhebber naar verlangt
.jpg?height=300&width=600&mode=crop&converttowebp=0)




.jpg?height=300&width=600&mode=crop&converttowebp=0)