
Noem het beestje bij de naam
Als je ergens nieuw aan begint, zeg: sportief fietsen, zul je niet meteen volledig op de hoogte zijn van termen, onderdelen, jargon en gebruiken. Dat leidt niet zelden tot onjuist taalgebruik, miscommunicatie en grappige versprekingen. Maar het heeft echter ook te maken met dialecten, zo hebben we gemerkt. Vaak wordt een begrip vernoemd naar een deel ervan en dekt het niet de lading. En daar bovenop: sommige termen kunnen gewoon echt niet, vinden wij. Laten we de fiets eens bij langs gaan voor een juist beeld van de onderdelen.
Trappers
Trappen doe je letterlijk tegen een bal of figuurlijk tegen de maatschappij. En - vooruit - ook op een fiets moet je soms hard trappen. Maar laten we afspreken dat we de voetsteunen gewoon netjes pedalen noemen, geen trappers, anders kom je natuurlijk sowieso niet van je status van newbie af.
Zwengel
Vaak als de term trappers valt, is het zelfs nog onduidelijk wat bedoeld wordt. Soms gaat het terecht alleen over de pedalen waar je voet op rust maar regelmatig wordt de hele set bedoeld maar dat heet natuurlijk de crank.
En dan niet de hele aandrijving want die bestaat uit de linker crankarm plus de rechtercrankarm met kettingblad(-en) en trapas. Eenduidig is het dus niet, let dus altijd op wat andere mensen bedoelen en vraag door.
Bij een poging tot vertaling van het woord crank (niet doen, kruk klinkt nergens naar!) liep iemand al eens aan tegen het woord ‘zwengel’. Maar ook dat is toch iets anders en de persoon in kwestie moet het nog altijd aanhoren.
Tandwielen
Een fiets is toch vooral een mechanisch apparaat dus komen er tal van tandwielen op voor. Hierboven noemden we al de kettingbladen maar achteraan zit ook een groepje tandwielen. Dat zijn dus niet de versnellingen alstublieft, dit is de cassette. En de losse achtertandwielen heten kransen.
Versnelling
Het woord versnelling lijkt sowieso af en toe een containerbegrip. Een fiets met derailleurs kan bijvoorbeeld 30 versnellingen hebben maar je kan niet zeggen: “ik zit in de 18e of in de 23e versnelling”. Versnelling suggereert dat je achter bijvoorbeeld 10x een kransje op kan schuiven en daarna per volgende kettingblad nog eens steeds 10x.
Maar iedere combinatie van kettingblad (voor) met krans (achter) is een verzet. Je kan een derailleurfiets dus niet in de eerste versnelling zetten, wel in ‘het lichtste verzet’, voor het feitelijke volgende verzet moet je misschien beide derailleurs verzetten.
Overlap
Of een fiets daadwerkelijk 30 versnellingen heeft, bespreken we misschien een andere keer. Er is namelijk veelal overlap omdat er meerdere tandwielcombinaties zijn die hetzelfde verzet geven. Ook is het niet perse interessant om te weten of je 12 of 30 versnellingen hebt. In feite gaat het om je bereik tussen je lichtste en zwaarste verzet. Veel ‘versnellingen’ geeft wel aan dat de stapjes tussen de verzetten kleiner en dus comfortabeler zullen zijn.
Rekje
Van ‘vroegah’ kende ik het woord rekje vooral als Drents voor elastiek, zoals de postbodes er veel hadden. Maar ik kom het woord ook tegen als fietsonderdeel en dan wordt blijkbaar een bagagedrager bedoeld.
Teller
Hetzelfde geldt voor de fietscomputer die nog al eens kilometerteller, of zelfs tellertje (oh horror!) wordt genoemd. Dat doet de veelzijdigheid toch echt tekort, gelet op alle functies en instelmogelijkheden. Want zelfs de meest eenvoudige fietscomputertjes tonen meer dan alleen actuele snelheid en afstand. Alleen voor de ouderwetse analoge varianten dekt ‘kilometerteller’ nog de lading. Ken je de variant uit de jaren ’80 nog, onderaan de voorvork, die er uit zag als een soort cijferslotcombinatie?
Banden
Een fiets heeft over het algemeen 2 wielen. Maar bedoel je die wel altijd? We merken nog vaak dat niet het hele ding bedoeld wordt. Het is goed om onderscheid te maken tussen een compleet wiel (wat rechtstreeks in je fiets gaat), de velg (de ronde hoepel) of de band. Het omgekeerde komt ook voor: iemand zegt banden en bedoelt eigenlijk het hele wiel.
As
In de volksmond wordt het midden van een wiel nog wel eens een as genoemd maar dat volstaat eigenlijk niet. Het volledige ding heet een naaf en daar doorheen steekt een as. Bij een eenvoudige vaste naaf merk je dat niet zo maar bij de meeste sportfietsen breng je een vervangbare steekas aan (geen pin, pen of staaf) door de naaf heen, veelal met een snelsluiting.
Verspreking
Voor mountainbikes hebben veel fabrikanten verstelbare zadelpennen, de dropperpost. Niet te verwarren met de tuitjes aan wijnflessen om niet te knoeien, de dropstopper, bij ons een gevleugelde uitspraak.
Heb jij nog mooie voorbeelden van versprekingen, dialect of onwetendheid? Laat het ons zeker weten in een reactie hieronder!
Door: Andre Ruitenbeek
Ook interessant



Flite Boost Pro Team Kit Carbonio Superflow: Het prozadel waar iedere wielerliefhebber naar verlangt
.jpg?height=300&width=600&mode=crop&converttowebp=0)




.jpg?height=300&width=600&mode=crop&converttowebp=0)